Alle oesters in het Grevelingenmeer worden natuurlijk geboren, in de maanden juli en augustus. Net voordat de geslachtsrijpe oesters larven uitspuwen, kuisen Hans en zijn team de percelen op. Vervolgens strooien ze met de vissersboot lege mosselschelpen uit, afkomstig van kookbedrijven. “Mosselschelpen bevatten veel kalk en zijn de ideale collecteurs voor oesterlarven, die tijdens de broedval naar de bodem dwarrelen“, zegt Hans. “Doordat het Grevelingenmeer afgesloten is, vinden ze allemaal netjes hun weg naar de mosselschelpen. Ze hechten zich vast en groeien rustig, zonder dat ze elkaar overwoekeren. Na een poos vormen de oesterlarven hun eigen schelp, al zie je bij oesters uit het Grevelingenmeer nog steeds een spoor van de mosselschelp.”