Ter voorbereiding, hak de garnalen fijn. Snipper de lente-uien. Rasp de gember. Pers de knoflook. Maak het deeg: meng in de kom van de keukenrobot de bloem met het warme water en het zout. Laat iets afkoelen en kneed het deeg dan 10 min tot een soepele textuur. Verdeel in twee deegballen, verpak ze in plasticfolie en laat 30 min rusten.

Maak intussen de vulling: meng alle ingrediënten voor de vulling tot een homogene massa (leg wel een beetje lente- ui opzij voor de afwerking). Maak de saus door de sesamolie te mengen met de sojasaus, de sambal oelek en de sesamzaadjes.

Rol op het met bloem bestoven werkvlak één deegbal zo dun mogelijk uit met de deegrol. Snij er met een uitsteekvorm (8 cm diameter) ongeveer 15 cirkels uit. Doe hetzelfde met de tweede deegbal. Leg in het midden van elk schijfje deeg 1 tl vulling. Bevochtig de rand van het deeg met wat water en sluit de dumplings tot halve maantjes. Knijp de randen goed dicht, duw er tegelijk de lucht uit en plooi tot een accordeon.

Werk nu in twee porties. Verhit op een matig vuur een scheutje arachideolie in een braadpan. Bak de helft van de dumplings 2 min, of tot ze licht goudbruin kleuren. Voeg 100 ml koud water toe en zet een deksel op de pan. Laat 8 min koken. Verwijder het deksel en laat nog 1 min verder garen. Haal de dumplings voorzichtig uit de pan en hou ze warm. Herhaal met de tweede portie dumplings. Schik alle dumplings op een serveerschaal. Bestrooi met de opzij gehouden lente-ui en serveer met de saus.