Bereid de 3 biscuits in 3 mengkommen. Klop de eieren met de suiker op tot het mengsel wittig wordt. Zeef de bloem en schep het door het mengsel met een houten lepel. Neem 3 beboterde bakvormen (van 3 verschillende groottes: 24, 18 en 14 cm) en bestrooi de bodem en randen met bloem. Schep het deeg in de bakvormen en bak 40 min in een voorverwarmde oven van 180 °c. Haal ze uit de oven en laat ze afkoelen op een rooster.

Maak de vulling. Meng de suiker met een garde met de room tot een stevig mengsel. Snij de afgekoelde biscuits in de lengte doormidden met een langbladig mes. Smeer een laag confituur, een laag gesuikerde slagroom en een laag pudding op de biscuit en bedek met de bovenste laag biscuit.

Kleef, met behulp van een laag confituur, de biscuit van 18 cm op die van 24 cm en die van 14 cm op die van 18 cm. Gebruik een spatel om de taart te bedekken met slagroom. Bestrooi met bloemsuiker en versier met het snoepgoed en de vruchten.