Schil en snij de aardappelen in hapklare stukken. Kook ze gaar. Hak de dragon, munt en bieslook fijn. Snij de stronkjes witloof in de lengte doormidden, verwijder de harde kern en stoof het aan in wat olijfolie op een laag vuur. Het witloof mag even aanbakken. Kruid met peper en zout en eventueel een lepeltje suiker. Giet er een scheutje water bij. Stoof verder tot het gaar is.

Bak intussen het spek aan beide kanten in een antikleefpan zonder vetstof, op een zacht vuur. Haal uit de pan en dep droog op keukenpapier. Bak het vlees gaar in wat olijfolie, op een zacht vuurtje.

Giet de aardappelen af en prak fijn. Doe er een beetje olijfolie bij en een scheutje melk. Meng er de fijngesneden kruiden onder en kruid verder af met peper en zout. Serveer de puree met het vlees en witloof en verkruimel er het spek over.