Lamsbout met kruiden, specerijen, muntsaus en labné

Ingrediënten voor:
Lamsbout met kruiden, specerijen, muntsaus en labné
Bereiding
Intro
En als we nu eens een dag vooraf starten met de voorbereidingen, om de dag zelf maximaal van de gezelligheid te kunnen genieten? Dit recept bestaat uit twee grote stappen. In de eerste stap vertellen we je welke voorbereidingen je één dag op voorhand al kan doen, daarna volgt wat je de dag zelf nog moet afwerken. Makkelijk toch? En bovendien weten we al lang: gestoofde of gegratineerde gerechten worden gewoon nog lekkerder wanneer ze opnieuw worden opgewarmd.
1
Een dag van tevoren Verwarm de oven voor op 150°C. Meng in een schaaltje 2 el olijfolie met 3 teentjes gepelde en geperste knoflook, de komijn, de munt, wat tijm- en rozemarijnblaadjes, zout en peper. Besprenkel de lamsbout gul met dit mengsel en masseer het in het vlees. Leg de lamsbout dan in een ovenschaal op een bedje van de rest van de tijm en rozemarijn, de uien en de 5 resterende teentjes knoflook (geperst). Besprenkel met een scheutje olijfolie en zet 15 min in de oven, om het vlees rondom dicht te schroeien.
2
Laat de lamsbout ongeveer 3 uur verder garen in de oven onder deksel; bedruip geregeld met het bakvocht en draai het vlees regelmatig om, zodat het gelijkmatig bakt.
3
Haal de bout uit de oven zodra hij de juiste binnentemperatuur bereikt heeft. Verpak hem in aluminiumfolie en daarna in een schone handdoek, zodat de sappen zich kunnen herverdelen. Laat de bout afkoelen tot kamertemperatuur en zet dan in de koelkast.
4
De dag zelf Verwarm de oven voor op hoogstens 70°C en warm daarin de lamsbout ongeveer 30 min op. Laat indien nodig nog wat langer in de oven, maar let erop dat het vlees niet uitdroogt.
5
Dop intussen de erwten en blancheer ze 8 à 10 min in een ruime pan licht gezouten water. Giet ze af en doe ze meteen in een schaal ijswater. Zet ze opzij. Laat 30 g boter smelten in een kookpan en fruit de radijzen tot ze beetgaar zijn. Kruid ze met zout en peper.
6
Dien de opgewarmde lamsbout op omringd door erwten en radijzen. Strooi er gesnipperde munt over en serveer met de muntsaus en labné.