Mix 100 g frambozen met 50 ml water en zeef het mengsel. Doe hetzelfde (apart) met de braambessen en de rode biet. Meng het frambozensap met 50 ml room, 125 g mascarpone en 25 g suiker en breng zachtjes aan de kook. Voeg 1 g agar agar toe en laat al kloppend nog 1 min koken. Giet in een diepe schaal, zodat je een laagje van 1 cm krijgt. Verwerk op dezelfde manier het sap van de braambessen en van de bieten en giet de bereidingen in aparte schalen.   

Maak een vanilleroom met de rest van de mascarpone en de room, 20 g suiker, het halve vanillestokje en 1 g agar agar. Zet minstens 1 u in de koelkast, of tot de room opgesteven is.   

Snij net voor het opdienen met serveerringen cirkels van verschillende grootte uit de verschillende soorten panna cotta en schik ze op de borden. Pocheer kort de rest van de frambozen, bosbessen en braambessen in de honing en 80 ml water. Haal de vruchten uit de siroop en schik ze mee op de borden. Werk af met de verkruimelde meringue en dien op.