Verwarm de oven voor op 220°C. Verwarm de visfond in een pannetje. Snij de kabeljauw in stukken en pocheer ze 2 à 3 min in de visfond. Schep ze uit het pannetje (opgelet: de vis moet niet volledig gaar zijn).

Laat een klontje boter smelten in een braadpan en fruit de ui. Voeg de prei en de champignons toe en bak ze 10 min mee. Laat in een ander pannetje 30 g boter smelten en voeg de bloem toe. Laat al roerend 2 min bakken en giet er dan geleidelijk, nog steeds al roerend, de visfond en de melk bij. Laat inkoken tot een romige saus. Kruid met zout, peper en nootmuskaat en schep er de groenten in.

Schik de stukken vis in een ovenschaal en nappeer met de saus. Bestrooi met geraspte kaas en laat 10 min gratineren in de oven. Maak de puree volgens de aanwijzingen op de verpakking en serveer bij de gratin.