Spoel alle groenten. Snij de wortelen en de komkommer met een dunschiller in lange linten. Schil de aardappelen en snij ze in blokjes. Kook ze beetgaar in een pan gezouten water. Meng de witte wijnazijn met 50 ml water, de rietsuiker en een snuifje zout. Marineer hierin de linten wortel en komkommer. Snij de appel in stukken. Snij de radicchio fijn.

Giet de aardappelen af en bak ze kort in een braadpan met een beetje olijfolie. Kruid ze met zout en kerriepoeder en schep ze in een kom. Schik er de radicchio, de komkommer, de wortelen en de stukjes appel bij.

Pers de limoen uit. Meng het limoensap met de yoghurt, zout, peper en de gemalen komijn. Hak de peterselie fijn, hak de noten en strooi ze allebei over de buddha bowl. Serveer met de yoghurtsaus.