Kook de aardappeltjes 15 min in een pan gezouten water, giet ze af en laat ze afkoelen. Verhit 1 el geklaarde boter in een pan met antiaanbaklaag en bak de visfilets op een matig vuur, ongeveer 2 min aan elke kant. Hou ze warm.

Spoel en snipper de peterselie. Snij de lente-ui in ringetjes. Laat de rest van de geklaarde boter smelten in dezelfde pan en doe er eerst het citroensap en dan de peterselie en de kappertjes bij.

Schik de visfilets en de aardappeltjes op verwarmde borden, nappeer met de boter met kappertjes en bestrooi met lente-ui en plukjes rucola.